“Het is heel dankbaar werk om te doen en mooi om te zien hoe snel ze leren. Ze eten de woorden bijna op, zo enthousiast zijn ze.”
Iedere week geeft Nicole twee uur les aan deze groep. Inmiddels zijn er al acht lessen van twee uur geweest.
Toen de eerste vluchtelingen naar Zeist kwamen, heeft een aantal betrokken Zeistenaren, onder wie de Damiaanschool en het Internationaal Liedfestival geld ingezameld om te helpen. MeanderOmnium heeft toen in afstemming met de gemeente een Hulpfonds geopend. Daarmee kunnen de kostbare werkboeken betaald worden.
Wethouder Laura Hoogstraten sluit even aan bij de les. Ze stelt zich voor, legt uit dat ze in het gemeentehuis werkt met drie andere wethouders en de burgemeester en dat zij taal in haar portefeuille heeft. “Het is bijzonder om deze mensen te ontmoeten. Het is zo belangrijk om de Nederlandse taal te leren. Als je elkaar verstaat kun je veel beter meedoen in de samenleving.”
Het is een diverse groep. Een oma met haar kleinkind sluit, samen met onder meer twee echtparen, iedere week aan. De les begint met spreken. Sommige deelnemers beginnen bij de basis, terwijl anderen juist hun woordenschat willen uitbreiden. Hoe spreek en schrijf je de woorden? Wat betekenen deze en hoe maak je een volledige zin? Hoe vraag je hulp in het dagelijks leven als je iets niet verstaat of begrijpt? Muziek speelt ook een rol, daarmee leer je snel het ritme en de toon van worden. De klas luistert naar een rap waar opdrachten bij horen. Het is net als op school: veel oefenen en ook huiswerk hoort erbij.
Een van de deelnemers is Oksana. Ze woont sinds dit jaar in Zeist. Samen met haar twee dochters kwam ze naar Nederland. Haar dochter van 5 jaar gaat naar basisschool Op Dreef. Oksana vindt het leuk om samen te leren: “Mijn dochter leert de taal snel en we oefenen thuis veel. Ook helpen we elkaar met huiswerk. Van haar leer ik ook veel nieuwe woorden.”
geschreven door Ninon Boshuis (gemeente Zeist)